Fred Abberline raakt geobsedeert door de gruweldaden die in Londen gebeuren. Gedurende zijn onderzoek wordt hij verliefd op Mary Kelly, een hoer die op de straat haar brood verdient. Naarmate Fred Abberline dichter bij de waarheid komt, beseft hij dat hij niet alleen zichzelf in gevaar brengt maar ook Mary en de andere meisjes waar Jack The Ripper het op gemunt heeft.

1888, Whitechapel. Het lijk van een jonge vrouw wordt aangetroffen. Haar keel is doorgesneden en haar lichaam is verminkt. Inspecteur Rees onderzoekt de moord en probeert de moordenaar op te sporen. Rees wordt bijgestaan door lijkschouwer Locque. Ondertussen stapelen de lichamen zich op.

Een vrouw van middelbare leeftijd keert met haar bejaarde moeder naar hun ouderlijke woning terug. Het herenhuis dient nu als hotel, maar is vrijwel verlaten. Daar aangekomen worden ze met lang onderdrukte geheimen geconfronteerd.

Op een grijze, mistige ochtend in een Oost-Europese stad verschijnt een mysterieus persoon, die in een omheinde gemeenschap aan de slag gaat als masseur. De identieke huizen worden allen bewoond door de welgestelde hogere klasse, die ondanks hun rijkdom met verdriet en innerlijke leegte rondlopen. De masseur biedt hen troost met zijn handen die genezen en zijn ogen die de zielen van deze eenzame bewoners doordringen. Voor hen klinkt zijn Russische accent als het lied van het verleden, een vredige melodie uit hun kindertijd, toen de wereld een veiligere plek was. Hij heet Zhenia en verandert hun leven.