Londen, de jaren 50. Ada Harris is een weduwe en schoonmaakster. Ze wordt smoorverliefd op een jurk van Christian Dior en besluit dat ze er zelf één moet hebben. Om het geld bijeen te krijgen, zodat ze haar droom kan najagen, werkt, gokt en lijdt Ada honger. Uiteindelijk vertrekt ze naar Parijs en begint daar een avontuur dat niet alleen haar eigen vooruitzichten zal veranderen, maar ook die van de mensen die ze ontmoet.

Jade, 20, steelt op een dag een handtas in de Parijse metro. Terwijl ze de inhoud van deze tas bekijkt, begrijpt Jade dat ze net een arbeidster, uit een vergelijkbaar milieu als het hare, heeft beroofd. Vol wroeging gaat ze naar het huis van de vrouw om haar spullen terug te geven. Wanneer ze aanbelt, ontmoet Jade Esther, een vrouw van zestig jaar. De carrière van Esther als verantwoordelijke van het naai-atelier van Dior loopt bijna ten einde. Esther, die bij de pinken is, stelt Jade voor om haar vaardigheden als naaister, haar enige en echte rijkdom, aan haar door te geven.