Tijdens de raciaal beladen zomer van 1971 zijn Ann Atwater, een mensenrechtenactivist, en C.P. Ellis, een lokale Ku Klux Klan-leider, beiden voorzitter op een bijeenkomst over desegragatie op scholen in Durham, North Carolina. Het daaropvolgende debat leidt tot verrassende onthullingen die hun leven voorgoed veranderen.

Na 20 jaar in de gevangenis gezeten te hebben voor de moord op zijn dochter, keert Frank terug naar zijn geboorteplaats in het achterland. Oude wonden en geruchten uit het verleden duiken weer op en achtervolgen hem terwijl hij probeert uit te vinden wie haar echt heeft vermoord.

Een paar vrienden op weg naar een rockfestival pikken twee meisjes op die naar hetzelfde evenement gaan, maar hun reis wordt verpest door autopech. De groep reizigers bevindt zich in de griezelige en vervallen sloppenwijk Sant Martí, waar de hel op het punt staat los te breken.