Patrick Kirst

Levi, een Britse expatduiker die op de Britse Maagdeneilanden woont, is al het grootste deel van zijn volwassen leven op zoek naar het wrak van de USS Charlotte, een Amerikaans marineschip dat in de Tweede Wereldoorlog werd getorpedeerd en sindsdien spoorloos is verdwenen. Hij wordt bijgestaan door Noah, een ervaren Amerikaanse duiker. Het lukt Noah om de Charlotte te vinden, ongerept en net onder het zand vandaan, voor het eerst in zeventig jaar na een tropische storm. Tegelijkertijd komt een groep van Noahs studievrienden samen in Levi's eilandbar en duikhut. Noah en Levi overtuigen de vrienden om mee te gaan op een once-in-a-lifetime duik naar het nieuw ontdekte wrak voordat het wordt overgedragen aan de autoriteiten. De droomduik verandert al snel in een nachtmerrie als de vrienden vast komen te zitten in de duisternis van het binnenste van de Charlotte, 30 meter diep en met een afnemende luchtvoorraad. En dan ontdekken ze dat ze niet alleen zijn. De vrienden vechten tegen de natuur en hun eigen angsten in de strijd op leven en dood die volgt, terwijl ze gedwongen worden om hun eigen limieten onder ogen te zien en te ontdekken wat het leven echt betekent.

Een paar dagen na Kerstmis vertrekken de Zweeds / Noorse halfzussen Ida en Tuva voor een winterduik in een afgelegen deel van de Noorse kustlijn. Tegen het einde van de duik wordt Tuva door iets onder water gehouden. Terwijl Ida naar de kustlijn zwemt om hulp te roepen, ontdekt ze dat er een steenverschuiving is waardoor hun spullen, telefoons en autosleutels, begraven zijn onder de stenen... ze zijn volledig afgesneden van elke kans op redding van buitenaf. Terwijl de hectische race om te overleven zich ontvouwt, wordt Ida aan de ultieme test van karakter en kracht onderworpen. Tijdens Ida's gevecht om Tuva te redden, komt een gebroken zusterschap aan het licht, en als alles verloren lijkt, gaat de inzet verder dan alleen overleven.