Bruce Davison

Het is tien jaar geleden sinds de val van nazi-Duitsland. De Amerikaanse piloot Will Spalding vliegt door Zuid-Amerika, op zoek naar een nazi-officier die zijn bommenwerperbemanning heeft geëxecuteerd. Spalding vormt een team met de Israëlische agente Leyna Rahn en atoomgeleerde Albert Vogel om zijn prooi door jungles en woestijnen te achtervolgen.

Na een mislukte overval op een pantserwagen probeert een pas voorwaardelijk vrijgelaten dief zijn leven in evenwicht te brengen en zijn verwarde familie te herstellen. Hij heeft het echter niet gemakkelijk. Een vastberaden FBI-agent maakt immers jacht op hem en zijn bende.

De nieuwe buren David en Robert kunnen het goed met elkaar vinden. Op een avond raken ze betrokken bij een aanrijding waarbij een jonge vrouw komt te overlijden. Terwijl David overmand raakt door schuldgevoelens, wil Robert vooral zijn nieuwe vriend niet kwijtraken. Hun vervolgstap heeft ernstige consequenties.

Vlak na het verwerken van een persoonlijke tragedie staat weduwe, vader en kampioen hondenmenner Leonhard 'Sepp' Seppala voor de volgende loodzware uitdaging. Na het uitbreken van een difterie-uitbraak in Nome, Alaska, moet hij meer dan duizend kilometer afleggen in de sneeuw om een antigif af te leveren bij het ziekenhuis. Met het leven van zijn eigen kind op het spel, vecht Sepp samen met zijn roedel van sledehonden tegen het onmogelijke.

Wanneer een lift van het World Trade Center plots blokkeert, hebben de vijf inzittenden geen benul van het drama dat zich daarbuiten en boven hun hoofden aan het voltrekken is. De dame die de liften aanstuurt, vormt hun enige verbinding met de buitenwereld. Via de intercom probeert ze het bonte gezelschap in veiligheid te brengen... de datum is 11 september 2001.